De helaasheid der dingen, een plaats waar hij helaas niet wil zijn.
De helaasheid der dingen speelt zich af in het fictieve Reetveerdegem, een ver
afgelegen dorpje in Vlaanderen. Hier wonen mensen van verschillende
nationaliteiten en verschillende sociale klassen. In de loop van het verhaal
komen de Verhulsten in aanraking met Iraniƫrs die hen met open armen ontvangen.
Het standsverschil is een van de grote thema’s in het verhaal. Dit geeft de
auteur weer aan de hand van de relatie tussen Franky en Dimitri. Franky is de
jeugdvriend van Dimitri en behoort tot een hogere sociale klasse. Wanneer
Franky en Dimitri elkaar op latere leeftijd weer tegenkomen, leest de lezer hoe
rijkdom en geluk niet altijd gepaard gaan.
Dimitri leeft in een zeer armoedig en
marginaal milieu. De Verhulsten hebben het financieel niet zo breed en behoren tot
de lagere klasse van de maatschappij. Dimitri woont daarom samen met zijn vader
en nonkels bij zijn grootmoeder. Het huis wordt in het boek beschreven als een
vuil en onverzorgd pand waarvan ze de huur zelden op tijd kunnen betalen.
Daarom staat de deurwaarder steeds vaker aan de deur. Op een gegeven moment
neemt hij zelfs de televisie mee om de schulden af te betalen. Met deze passage
benadrukt de auteur nog eens hun financieel zwakke positie.
Wanneer er toch wat geld op tafel komt door
hier en daar wat zwart werk te leveren, wordt dit ook meteen weer opgezopen. De
vader en nonkels van Dimitri brengen hun tijd grotendeels door in de
verschillende kroegen van Reetveerdegem. Overmatig drankgebruik behoort voor de
Verhulsten tot hun dagelijkse routine. De kroegen zijn een duidelijk motief die
meermaals terugkomen. Het zijn belangrijke sociale plaatsen in het verhaal. Iedere
avond komen ze daar met de andere dorpelingen samen om zich zat te zuipen. Allemaal
zingen ze luidkeels mee met de zelf uitgevonden, zatte liederen van Dimitri’s
vader. De kroegen ademen een gezellige dorpssfeer uit, maar die is niet altijd
even geschikt voor de kleine Dimitri. De volgende ochtend slapen de nonkels hun
kater uit, om dan ‘s avonds naar de kroegen terug te keren.
Op een dag staat de dienst bijzondere
jeugdzorg aan de deur. De omstandigheden waarin Dimitri opgroeit, zijn niet
ideaal. Door deze passage aan zijn boek toe te voegen, maakt de auteur weer
eens duidelijk dat de leefomstandigheden niet geschikt zijn voor de kleine
Dimitri. Het escaleert zo ver dat hij zelfs bijna bij zijn familie weggehaald moet
worden. Opgroeien in een dergelijk marginaal milieu is voor geen enkel kind gepast.
Op volwassen leeftijd verhuist Dimitri. Hij wil
niet langer meer in zijn geboortedorp leven. Hiermee wil de auteur duidelijk
maken dat Dimitri een nieuwe start neemt en een volledig nieuw leven opbouwt.
Hij ontsnapt aan het marginale milieu waarin hij is opgegroeid. Toch keert hij
af en toe weer naar zijn geboortedorp om zijn nonkels op te zoeken.
Reetveerdegem blijft hem nauw aan het hart, en heeft daarbij voor hem een
symbolische betekenis.
Op het einde van het verhaal bevindt
Dimitri’s demente grootmoeder zich in een bejaardentehuis. Het bejaardentehuis
is een koude, lege plek zonder liefde, ver van het familiegevoel dat ze kende
wanneer ze nog samen met haar zonen woonde. Ze sterft er dan ook aan een
tragische, eenzame dood die de akelige sfeer van het bejaardentehuis ten
zeerste benadrukt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten