De wandelaar hijgt. Bij het achterlaten
van niets heeft hij ervaren hoe alles blijft.
Langs de jaren voordien ging zijn tocht.
Wat tot bedaren werd gebracht,
als met water besprenkeld stof, wordt herdacht.
In over elkaar gelegde landschappen
vindt hij één voor één iedereen terug.
Alleen: omkeren naar zichzelf kan hij niet.
Eddy van Vliet
Bespreking
De
titel van het gedicht maakt het hoofdpersonage meteen duidelijk, namelijk een
wandelaar. De wandelaar maakt geen alledaagse wandeling. Hij hijgt en is dus al
een tijdje onderweg. Hij wandelt 'langs
de jaren voordien'. Hij lijkt een wandeling te maken langs zijn leven en zijn
verleden. Hierbij herdenkt hij dingen die tot rust zijn gekomen. ‘Als met water besprenkeld stof’ is een
metafoor. Het stof staat voor alle dingen die in het verleden gebeurd zijn en bijna
vergeten waren. Wanneer het stof met water wordt besprenkeld, worden al deze
dingen weer naar boven gehaald. Het stof verdwijnt en alle herinneringen worden
opgehaald.
De
wandelaar doorkruist diverse landschappen die verwijzen naar de verschillende
periodes in zijn leven. Hij vindt hier iedereen één voor één terug, alle mensen
die hij ooit heeft gekend. De landschappen worden over elkaar gelegd of vloeien
in elkaar over. Het vormt één vloeiend geheel. Mensen komen en gaan op
verschillende momenten in zijn leven.
In het
laatste vers wordt het duidelijk waar de wandelaar naartoe wilt. Hij wil
zichzelf terugvinden. De wandelaar kan steeds teruggaan naar verschillende
plaatsen en er herinneringen bovenhalen, maar terugkeren naar zichzelf zal hij
nooit kunnen.
In het
gedicht wordt dus een beeld geschept over een wandelaar die terugblikt op zijn verleden.
Dingen worden tot bedaren gebracht, dingen worden herdacht en mensen worden
teruggevonden. Bij het terugblikken op zijn verleden komt hij zichzelf niet
tegen, hoe lang of hard hij ook loopt.
Het
gedicht heeft mij aangenaam verrast. Toen ik het voor het eerst las, begreep ik
er niet veel van. Toch had het mijn aandacht getrokken en besloot ik erop
verder in te gaan. Na wat opzoekingswerk werd het voor mij duidelijk dat het
over een wandeling ging doorheen zijn verleden. De auteur gebruikt een
alledaags gebeuren als middel om naar het verleden terug te keren. Door deze ontdekking ben ik het gedicht
anders gaan bekijken. Het had plots veel meer betekenis. Wat de wandelaar
precies voelt of denkt gedurende zijn tocht is voor mij nog steeds niet
helemaal duidelijk. Dit vind ik zeker niet erg. Het zorgt ervoor dat het
gedicht luchtig blijft en zeker niet te melig wordt. Diepe emoties zijn zeker
niet noodzakelijk voor een goed gedicht. Men weet na het lezen van het gedicht nog
steeds niet waarom hij op zoek is naar zichzelf en naar het verleden
terugblikt. Het geeft het gedicht een mysterieus einde waardoor de lezer
hierover zelf kan nadenken. De dichter rijmt hier en daar maar een vast
rijmpatroon zit er niet in. Hij maakt vooral gebruik van sfeerscheppend
taalgebruik waardoor er veel aan de verbeelding van de lezer wordt overgelaten.
Het schilderij ‘De wandelaar boven de nevelen’
van Casper David Friedrich.
Friedrich is een Duitse schilder uit de periode van de romantiek. Het schilderij op linnen doek is op basis van olieverf. In het schilderij staat een eenzame man centraal die ons de rug toekeert. Hij kijkt vanop een hoge rots over een woest en verlaten berglandschap. In zijn rechterhand draagt hij een wandelstok. Hij is dus ook een wandelaar net als het hoofdpersonage van het gedicht.
Friedrich is een Duitse schilder uit de periode van de romantiek. Het schilderij op linnen doek is op basis van olieverf. In het schilderij staat een eenzame man centraal die ons de rug toekeert. Hij kijkt vanop een hoge rots over een woest en verlaten berglandschap. In zijn rechterhand draagt hij een wandelstok. Hij is dus ook een wandelaar net als het hoofdpersonage van het gedicht.
Het
landschap is eveneens een belangrijk element. Op het schilderij bestaat het uit
koude kleuren en vloeit het ook mooi in elkaar over. Het landschap is hier
eerder verlaten en geen plaats waar men iedereen terugvindt. De koude kleuren
benadrukken het gevoel van eenzaamheid en verlatenheid. Omdat de man langs
achter wordt weergegeven ziet de kijker het landschap op dezelfde manier als de
man.
Het schilderij is in 1818 geschilderd,
in de periode van de romantiek. Een belangrijk kenmerk van deze periode is weltschmerz of wereldpijn. Men wilt
ontsnappen aan de huidige maatschappij en verlangt naar een andere, betere wereld.
Ook de geschiedenis speelde een belangrijke rol. Men wilde de orde herstellen en
de chaos doen verdwijnen. De wandelaar uit het gedicht heeft geen weltschmerz.
Toch bestaat er enig verband tussen de beide figuren aangezien Van Vliets
dichtwerk meestal met de nieuwe romantiek werd geassocieerd. De beide
wandelaars voelen zich niet goed in de situatie waarin ze zich op dat moment bevinden
en gaan op zoek naar iets anders. Ze doen dit allebei door naar het verleden
terug te blikken. Hun doelen blijken onbereikbaar. Beide personen verlangen
allebei naar het onmogelijke.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten