Toen ik in de
kleuterklas zat, kwam ik voor het eerst in aanraking met een boek. Deze
prentenboekjes waren nog zonder tekst want ik kon namelijk nog niet lezen. Het
waren boekjes zoals “De avonturen van
Dribbel” van Eric Hill, “Rikki”
van Guido van Genechten. Als kleuter was ik fan van de boekjes van “Tiny”.
Bijvoorbeeld “Tiny op school”, “Tiny viert Moederdag”, “Tiny in het circus”,... Deze boekjes las
mijn moeder ‘s avonds voor, voor ik naar bed ging.
In het
eerste leerjaar leerde ik lezen en schrijven. De eerste boekjes die ik zelf kon
lezen, waren schriftjes zoals “maan roos
vis”. Naarmate ik ouder werd, las ik meer en meer boekjes die ik in de
bibliotheek of op school kon vinden om mijn leesniveau te verbeteren. De grote
klassieker “Jip en Janneke” van de
befaamde auteur Annie M.G. Schmidt en “Nieuwe
avonturen van Barbie” vertaald door Suzanne Braam zijn voorbeelden van boeken
die ik als kind een aantal keer opnieuw heb gelezen omdat ik ze zo leuk vond. Zo
haalde ik AVI 9 in het 5e leerjaar. AVI is een test waarbij je een
tekstje moet lezen binnen een bepaalde tijd. Zo ziet men hoe goed je
leesvaardigheden zijn en bepaalt men je leesniveau. De niveaus variëren van 1
tot 9.
Voor
mijn achtste verjaardag kreeg ik een boek genaamd “Prima Ballerina” van Vivian
den Hollander. Het was een cadeau dat ik van mijn moeder had gekregen. Ze had
het speciaal gekocht omdat ik toen ook ballet deed. Ik vond het zo een
fantastisch boek omdat ik er mezelf in kon herkennen.
Ieder jaar kreeg
ik ook van de klerenwinkel JBC een boek voor mijn verjaardag. Geen een van die
boeken heb ik ooit gelezen, behalve “Juffrouw
Verdorie”, geschreven door Patricia David. Het boek gaat over een gestoorde
maar heel grappige dame, juffrouw Verdorie genaamd. Het sprak me als kind zeer
sterk aan waardoor ik ook meteen het vervolg heb gelezen, namelijk “Juffrouw
Verdorie lost het op” en “Juffrouw Verdorie en de verloren Stradivarius”.
In het begin van
mijn tienerjaren leerde ik stripboeken kennen. Zodra ik deze begon te lezen,
was ik al snel de klassieke boeken vergeten. Ik was er dol op. Ik las
verschillende strips zoals “Jommeke”,
“Suske en Wiske” en “Urbanus”. Toch ging mijn specifieke
voorkeur uit naar “Kiekeboe”. Daarvan
heb ik een hele collectie. Toen ik naar het middelbaar ging, was mijn interesse
voor strips sterk gedaald en las ik zelden nog een strip.
In het eerste
middelbaar moest ik voor het eerst een boekbespreking maken voor het vak
Nederlands. De leerlingen mochten toen het boek nog vrij kiezen. Ik koos het
boek “See
you in Timboektoe” van Carry
Slee. Het verhaal gaat over jongeren die vele avonturen beleven op een camping
gedurende hun zomervakantie. De serie Timboektoe bestaat uit 4 boeken die ik achteraf
ook allemaal heb gelezen. Ook de verfilming van het boek heb ik bekeken.
Vervolgens ben
ik in aanraking gekomen met de boeken van Helen Vreeswijk. Het zijn typische
tienerboeken die over maatschappelijke problemen gaan. Haar boeken zitten vol
spanning en ze zijn ook meestal gebaseerd op een waargebeurd verhaal. Ik las o.a. “Chatroom”, “Loverboys”, “Leugens”, “De stalker”, “Overdosis” en
“Ontvoerd”.
Vanaf het 3de
middelbaar kregen we een boekenpakket Boekentoppers die we verplicht moesten
lezen voor het vak Nederlands. Deze boeken waren “De jongen in de gestreepte pyjama” Van Jon Boyne, “Gebroken soep” van Jenny Valentine, “De 17e zomer van Maurice
Hamster” van Laure Van Den Broecke, “Ooit is niet nu” van Brigitte van Aken
en “Wat ik was” van Meg Rosoff. Het boek dat me het meeste is bijgebleven is “De jongen in de gestreepte pyjama”. Het
slot is zeer ontroerend. Nadat ik het boek had gelezen, had ik graag de film
gezien maar hiertoe ben ik nog steeds niet gekomen.
Het jaar nadien
kregen we een boekenpakket Boekenlijsters waaronder de boeken “De hemel van Heivisj” van Benny
Lindelauf, “ Latino King” van Bibi
Dumon Tak/Castel, “ Rendez-Vous” van
Esther Verhoef en “Slecht” van Jan Simoen.
Mijn eerste
anderstalig boek was “Le petit Nicolas”
van Sempé en Goscinny. Het boek vertelt het verhaal van een klein jongetje dat samen
met zijn vrienden veel kattenkwaad uithaalt. Net als het boek vond ik de film
ook zeer grappig.

Vorig jaar las
ik voor school het boek “Monsieur Ibrahim
et les fleurs du Coran” van de
bekende Franse auteur Eric-Emmanuel Schmitt. Dit vond ik een zeer mooi boek
door de vele symboliek en de sterke band tussen de personages. Schmitt is een
van de weinige Franse auteurs die ik ken maar die ik persoonlijk wel heel goed
vind. Daarom heb ik achteraf nog een ander boek van hem gelezen, namelijk “Oscar et la dame Rose” dat eveneens een
zeer aangrijpend verhaal vertelt. Het boek werd ook besproken tijdens de lessen
godsdienst waardoor ik het zeker de moeite waard vond om het eens te lezen.
Vorig jaar heb
ik voor het eerst een Engels boek gelezen, namelijk “Wonder” van R.J. Palacio. Het boek vertelt het verhaal van een
jongetje dat voor het eerst naar de middelbare school gaat. Hij heeft het niet
gemakkelijk om zich in de klasgroep te integreren omdat zijn gezicht sterk
vervormd is. Het is een heel emotioneel boek. Het feit dat het ook bij ons kan
gebeuren, heeft mij enorm geraakt. Het boek heeft mij doen nadenken over de
mentaliteit van sommige kinderen op school. Het zou voor iedereen even
makkelijk moeten zijn om zich goed te voelen op school, ook voor leerlingen met
een lichamelijke afwijking.
In mijn vrije
tijd lees ik niet zoveel boeken. Ik heb ooit een poging gedaan om de reeks Twilight-boeken
en de trilogie van “The
Hungergames” te
lezen. Dit is helaas niet gelukt omdat ik de verfilming al eerder had gezien.
Ik vond er niets meer aan om de boeken nog te lezen als ik het verhaal toch al
kende. De spanning was er helemaal uit. Hieruit heb ik mijn les geleerd. Ik ben
begonnen met de trilogie van “Divergent”.
Telkens wanneer ik een van de boeken heb uitgelezen, zal ik de film bekijken.
Vroeger las ik veel meer boeken in mijn vrije tijd dan nu. Dat komt omdat ik in het middelbaar andere interesses heb en steeds minder tijd heb om te lezen. Gelukkig moeten we voor school heel wat boeken lezen, zowel in het Nederlands, Frans als Engels. Hierdoor blijf ik mijn leesvaardigheden oefenen en verrijk ik mijn woordenschat. Op school gaan we ook dieper op de boeken in en leren we over de achtergrond en schrijfstijl van de boeken. Dit helpt me ook om de boeken beter te begrijpen. Toch hoop ik in de toekomst meer tijd te vinden om boeken te lezen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten